In het volgende hoofdstuk wordt er wat dieper ingegaan op de geavanceerde aanpassingen die worden gedaan om de ISF standaard te bereiken. Om deze instellingen te maken is er professionele apparatuur nodig. Het belangrijkste instrument bij elke ISF calibratie is de zogenaamde color-analyzer.
Dit apparaat wordt in de meeste gevallen aan het televisiescherm bevestigd, om zo nauwkeurig het uitgestraalde licht te meten. Hierbij kan bijvoorbeeld het witte lichtspectrum worden onderscheiden in de 3 primaire kleuren: rood, groen en blauw. De onderlinge verdeling tussen deze 3 primairen bepaalt de kleurtemperatuur of grayscale.
U kunt zich mischien wel voor de geest halen dat er in het beeldmenu van uw televisie de instelling kleurtemperatuur zit. Beschikbare opties zijn meestal koel, midden en warm.
Het juiste grijspunt wordt in de industrie ook wel D65 genoemd, deze is echter niet selecteerbaar in het menu van uw scherm, en moet met de analyzer gemeten en aangepast worden. Deze grijstrap is neutraal, zonder dat het een blauwe of rode zweem in uw beeld introduceert. En wordt als referentie gebruikt voor de juiste kleurtemperatuur. Waneer de grayscale van uw televisietoestel juist is ingesteld, weet U dat U een film kijkt zoals deze ook is opgenomen in de filmstudio. En zo krijgt U ook de fijne kleurnuances in een film te zien, die anders door een fout ingestelde televisie teniet worden gedaan.
Zoals eerder besproken heeft een juiste grayscale, de juiste verhouding tussen rood, groen en blauw. Dit wordt in colorfacts weergegeven in een grafiek zoals die aan de rechterzijde. Tegenwoordig zijn in de moderne flatscreens meestal deze controls aanwezig in het gebruikersmenu. Soms moet hiervoor nog het servicemenu gebruikt worden.
Dit is een voorbeeld van een 10 staps-grijstrap. Het juist instellen van rood, groen en blauw zal dus leiden tot een mooi, neutraal verloop van zwart naar wit. De grayscale kan meestal op 2 punten afgesteld worden, dus wordt vaak gekozen voor 30%(30IRE) voor het donkere deel van de grayscale. En 80%(80IRE) voor het lichte deel van de grijstrap. De kunst is om de gehele grayscale lineair te krijgen, dus van 0IRE tot 100IRE een gelijkmatige kleurtemperatuur door op slechts 2 punten af te stellen.
De grayscale moet men eigenlijk zien als de basis van het beeld. Het beeld wordt namelijk in 2 stappen weergegeven. Eerst het beeld in zwart/wit, en meteen daarna wordt het kleursignaal er als een doorzichtige film overheen gezet. De eigenschappen van de grayscale zijn dus bepalend voor het uiteindelijke beeld. Een grayscale die veel blauw in zich heeft, zal alle kleuren die worden weergegeven een blauwe (onnatuurlijke) tint geven.
De basis van het gehele kleurenspectrum dat een televisie/projector kan weergeven. Het doel van een CMS is het juist weergeven van kleur en de juiste hoeveelheid van elke kleur. Volgens de normen gesteld door SMPTE(The Society of Motion Picture and Television Engineers). In de zogenaamde CIE chart. Deze wordt ook op de pagina van het calibratierapport nader uitgelegd.
De coordinaten voor de primaire en secundaire kleuren zijn dus vastgesteld, en zouden ook in uw toestel op de juiste punten gecalibreerd moeten worden. Dit gebeurt dan ook. Als in uw televisiescherm ook de benodigde controls aanwezig zijn.
Voor het HD signaal heet de colorspace(kleurruimte) REC 709. Deze is wereldwijd hetzelfde, en is de kleurnorm waarnaar alle hd opnamen worden opgenomen.
Bij elke kalibratie wordt altijd het maximale resultaat nagestreefd en worden alle elementen zoals tint verzadiging en helderheid van iedere afzonderlijke kleur gekalibreerd.
De relatie tussen aangevoerde stroom en uitgestraald licht.
De gamma van een display is in hoge mate bepalend voor de beeldkwaliteit. Het juist weergeven van een bron is mede afhankelijk van de gamma waarde van uw toestel. Een te hoog gamma getal zal het beeld te donker maken, terwijl een te laag gamma uw beeld flets en te helder zal weergeven.
Een gamma meting wordt in 11 stappen gedaan. Net als bij de grayscale meting wordt de grijstrap in 11 stappen gemeten, om zo een beeld te krijgen van de lichtoutput van elk afzonderlijk element van de grijstrap. Van 0 IRE tot 100 IRE. Dit wordt weergegeven in een grafiek zoals hiernaast.
Het grootste verlies dat wordt veroorzaakt door een slechte gamma is het verlies van beelddiepte en het verlies van detaillering in de donkere en lichte stukken van het weergegeven beeld, maar Zelfs kleur en tint worden aangetast waneer het gamma niet goed is.